Christen Gemeenten van God

[210]

 

 

 

Broer [210]

(Uitgave 1.0)

 

Wat is nu een echte broer? Velen van ons verlangen naar een broer of zuster, die wij nooit gehad hebben of die wij door de één of andere omstandigheid verloren zijn. Wij hebben allen een èchte broer. Het is gewoon zaak om hem aan zijn eigenschappen te herkennen.

 

Christian Churches of God

P.O. Box 369, WODEN ACT 2606, AUSTRALIA

E-mail: secretary@cccg.org

 

(Copyright ã 1997 Patti Gambier)

Dit artikel mag kosteloos gekopieerd en verspreid worden, mits het in zijn geheel weergegeven wordt, zonder veranderingen of weglatingen. De naam van de uitgever en het kopijrecht moeten vermeld zijn. Geen betaling mag verlangd worden van hen die de kopieën ontvangen. Korte aanhalingen zijn toegestaan in recensies en overzichten zonder het kopijrecht te schenden.

Dit artikel is te verkrijgen van het Wereld Wijde Web pagina:
http://www.logon.org and http://www.ccg.org

 

 

Broer [210]

Wat is nu een echte broer? Velen van ons verlangen naar een broer of zuster, die wij nooit gehad hebben of die wij door de één of andere omstandigheid verloren zijn. Wij hebben allen een èchte broer. Het is gewoon zaak om hem aan zijn eigenschappen te herkennen.

Wij verlangen allemaal naar de ideale, geweldige, zorgzame, liefdevolle, begrijpende persoon - die ene die de voorvechter is van onze zaak, en een beschermer in onze zwakte - in één woord, een ‘grote broer’. De Bijbel heeft vele verhalen over broers. Het waren of volle broers of halfbroers, verwanten in familieverband. Laten wij eens kijken naar sommige van de eerste broers uit de geschiedenis. De eerste twee die in gedachten komen zijn Kaïn en Abel, kinderen van de ouders van de mensheid, Adam en Eva. Hun geschiedenis is erg triest, waarbij geen enkele broederliefde bestond bij Kaïn voor Abel (Genesis 4:8, 9)

Abraham, de vriend van God (Jakobus 2:23), had een aantal zonen, maar laten wij alleen maar kijken naar Ismaël en Izaäk die halfbroers waren. Er was heel veel strijd binnen de familie vanwege deze twee halfbroers (Genesis 16; 18; 21).

Abraham, die een halfbroer van zijn vrouw Sara was, schoot ook tekort in zijn zorgzame houding, toen bleek dat het hem zou kunnen schaden. (Genesis 12:11-13)

Jakob en Esau komen ook naar voren als voorbeelden van gebrek aan broederlijk respect, dat nauwelijks een voorbeeld genoemd kan worden als liefde voor de eigen familie. (Genesis 27:35-37; 41)

Jozef had vele broers, die allemaal hem beneden of hem verachtten, en voornamelijk kwade gedachten koesterden jegens hem. Zij waren zelfs in de verleiding gekomen om hem te vermoorden en tenslotte verkochten zij hem aan een paar Ismaelitische handelaren die hem als slaaf meenamen naar Egypte. Dit was Gods doel met Jozef, maar zijn oudere broers toonden geen enkele liefhebbende bezorgdheid voor hem of voor hun oude vader. (Genesis 37:2-5, 18-20, 31-34)

Wij kunnen ook de halfbroer van Tamar noemen, die zonder enige consideratie vol wellust zijn zuster misbruikte. Dit waren kinderen van Koning David. (2Samuel 13:1-22)

Geen van bovengenoemde voorbeelden geeft een liefdevolle zorgzaamheid weer voor zijn broer (of zuster), zoals wij van broers en zussen mogen verwachten.

Wanneer men de geschiedenis leest over de hele periode van Adam tot de tijden van de Richteren en Koningen van Israël en Juda, komen wij veelvuldig gevallen tegen van moord, verkrachting, bedrog, leugens, bloedbaden - broer tegen broer. Blijkbaar wordt de ideale broer niet vaak gevonden onder de gezinsleden - niet in de dagen van ouds, noch in de hedendaagse "eerst-ik" maatschappij.

En toch roept het woord "broer" meestal de gedachte op aan een liefhebbende oudere broer of een sympathieke jonge broer, een gezin, een eenheid, aandacht, en geborgenheid en bijzondere deugden jegens de ander.

Het Hebreeuws heeft verschillende woorden om broers, verwanten en kameraden aan te duiden; en dat van belang voor ons is, is SHD 7453 rea. Het woord is verwant met SHD 7462 ra-ah — een kudde verzorgen, omgaan met (als vriend), hoeden (een kudde), herder.

Waar moeten wij deze wonderbare persoon zoeken, die ons verlangen kan vervullen naar een broer, die voor ons zal zorgen zoals een herder voor zijn kudde?

Wij Christenen hebben zo iemand. Deze broer heeft zijn liefde getoond door zijn leven te geven voor ons. Deze broer, onze Hogepriester, onze Meester, onze Heer, is Jezus Christus, die nu leeft en gezeten is in de hemel aan de rechterhand van zijn Vader en de onze.

Hoe kunnen wij onze "B. R. O. E. R." beschrijven? Dit kan met een ezelsbruggetje.

B - Bemind en geliefd door de Vader.

2Petrus 1:17 1 Want hij heeft van God, de Vader, eer en heerlijkheid ontvangen, toen zulk een stem van de hoogwaardige heerlijkheid tot hem kwam: "Deze is mijn Zoon, mijn geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb." (NBG)

1Johannes 3:1-2 1 Ziet, welk een liefde ons de Vader heeft gegeven, dat wij kinderen Gods genoemd worden, en wij zijn het (ook). Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent. 2 Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen; (maar) wij weten, dat, als hij zal geopenbaard zijn, wij hem gelijk zullen wezen; want wij zullen hem zien, gelijk hij is. (NBG)

Daarom is Christus onze broer. Hij noemt ons zijn broers.

Hebreeën 2:10-12 10 Want het voegde Hem, om wie en door wie alle dingen bestaan, dat Hij, om vele zonen tot heerlijkheid te brengen, de Leidsman hunner behoudenis door lijden heen zou volmaken. 11 Want Hij, die heiligt, en zij, die geheiligd worden, zijn allen uit Eén; daarom schaamt hij zich niet hen broeders te noemen, en 12 Hij zegt: "Uw naam zal ik aan mijn broeders verkondigen, en het midden der Gemeente zal ik U lofzingen." (NBG)

Christus is de eerstgeborene onder vele broers.

Romeinen 8:29 29 Want die Hij tevoren gekend heeft, heeft Hij ook tevoren bestemd tot gelijkvormigheid aan het beeld zijns Zoons, opdat hij de eerstgeborene zou zijn onder vele broederen. (NBG)

R - Rechtvaardig

Psalm 119:172 172 Mijne tong zal spraak houden van uwe rede, want al uw geboden zijn rechtvaardigheid (SV).

Christus is het toonbeeld van rechtvaardigheid. Hij gehoorzaamde de wetten en geboden van de Vader volkomen, ofschoon hij "in alles verzocht werd als wij, echter zonder te zondigen."

Hebreeën 4:15 15 Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medevoelen met onze zwakheden, maar één, die in alle dingen op gelijke wijze (als wij) is verzocht geweest, doch zonder te zondigen. (NBG)

1Johannes 3:4 geeft een duidelijke beschrijving van wat "zonde" is - een ieder die zondigt, bedrijft wetteloosheid, en zonde is wetteloosheid (overtreding van de wet).

1Johannes 3:4 4 Ieder, die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid, en de zonde is wetteloosheid. (NBG)

Gerechtigheid en rechtvaardigheid zijn hetzelfde woord in het Hebreeuws. Daarom is hij ook rechtvaardig.

Zacharia 9:9 9 Jubel luide, gij dochter van Sion; juich, gij dochter van Jeruzalem! Zie, uw koning komt tot u, hij is rechtvaardig en zegevierend, nederig, en rijdende op een ezel, op een ezelshengst, een ezelinnejong. (NBG)

Handelingen 3:14-15 14 Doch gij hebt de Heilige en Rechtvaardige verloochend en begeerd, dat u een man, die een moordenaar was, geschonken zou worden; 15 en de Leidsman ten leven hebt gij gedood, maar God heeft hem opgewekt uit de doden, waarvan wij getuigen zijn. (NBG)

Onze broer is rechtvaardig omdat hij in gerechtigheid oordeelt. Hij heeft zijn leven gegeven om onze verlossing te bewerken, wat ons tot het volgende punt brengt.

O - Opofferend. Zijn offer was het hoogste offer, dat alle offers van de rituele wet in zich verenigt.

Filippenzen 2:5-9 5 Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was, 6 die, in de gestalte Gods zijnde, het Gode gelijk zijn niet als een roof heeft geacht, 7 maar zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen, en aan de mensen gelijk geworden is. 8 En in zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft hij zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de dood des kruises. 9 Daarom heeft God hem ook uitermate verhoogd en hem de naam boven alle naam geschonken, (NBG)

Ons vertrouwen is in het woord van God, het letterlijke bijbelse woord, en in Christus de Logos, het Woord van God in het vlees. Wij stellen geen vertrouwen in enig mens (of onszelf).

Psalm 146:3 3 Vertrouwt niet op edelen, niet op de mens, die niet redden kan (Leidse Vert.)

Spreuken 28:26 26 Wie op eigen hart vertrouwt, is een dwaas; maar wie in wijsheid wandelt, zal ontkomen. (NBG)

Spreuken 3:5 5 Vertrouw op de Here met uw ganse hart en steun op uw eigen inzicht niet. (NBG)

1 Petrus 5:7 7 Werpt al uw bekommernis op hem, want hij zorgt voor u. (NBG)

Wij horen zijn stem en volgen hem, en slaan geen acht op de stem van vreemden.

Johannes 10:3-5 3 Voor hem doet de deurwachter open en de schapen horen naar zijn stem en hij roept zijn eigen schapen bij name en voert ze naar buiten. 4 Wanneer hij zijn schapen alle naar buiten gebracht heeft, gaat hij voor ze uit en de schapen volgen hem, omdat zij zijn stem kennen; 5 maar een vreemde zullen zij voorzeker niet volgen, doch zij zullen van hem weglopen, omdat zij de stem der vreemden niet kennen. (NBG)

Een andere groep die naar zijn stem zal horen, zijn de heidenen, degenen die buiten de natie Israël zijn. Deze heidenen worden nu geroepen in het huis van God, en zij horen ook en gehoorzamen hem.

Matthheüs 12:21 21 En op zijn naam zullen de heidenen hopen. (NBG)

Efeziërs 2:11-13 11 Bedenkt daarom dat gij, die vroeger heidenen waart naar het vlees, en onbesneden genoemd werdt door de zogenaamde besnijdenis, die werk van mensenhanden aan het vlees is, 12 dat gij te dien tijde zonder Christus waart, uitgesloten van het burgerrecht Israëls en vreemd aan de verbonden der belofte, zonder hoop en zonder God in de wereld. 13 Maar thans in Christus Jezus zijt gij, die eertijds veraf waart, dichtbij gekomen door het bloed van Christus. (NBG)

E - Eeuwig. Christus is onze eeuwige broer en Hogepriester en Heiland, gegeven om voor eeuwig te zitten met God de Vader op Zijn troon.

Openbaring 3:21 21 Wie overwint, hem zal ik geven met mij te zitten op mijn troon, gelijk ook ik heb overwonnen en gezeten ben met mijn Vader op zijn troon. (NBG)

Christus is de eerstgeborene uit de doden, en is nu onze eeuwige broer.

Kolossenzen 1:18 18 en hij is het hoofd van het lichaam, de Gemeente. Hij is het begin, de eerstgeborene uit de doden, zodat hij onder alles de eerste geworden is. (NBG)

Christus is volgens Romeinen 1:4 verklaard de Zoon Gods te zijn in kracht, overeenkomstig de Geest der heiligheid, door de opstanding uit de doden.

Romeinen 1:4 4 naar de geest der heiligheid door zijn opstanding uit de doden verklaard Gods Zoon te zijn in kracht, Jezus Christus, onze Here (NBG)

R - Regerend. Christus is de komende Koning. God de Vader verleent hem de titel Heer der Heren en Koning der Koningen volgens Openbaring 17:14.

Openbaring 17:14 14 Dezen zullen oorlog voeren tegen het Lam, maar het Lam zal hen overwinnen - want hij is de Here der Heren en Koning der Koningen - en zij, die met hem zijn, de geroepenen en uitverkorenen en gelovigen. (NBG)

En voorts in deze functie:

Openbaring 11:15 15 En de zevende engel blies de bazuin en luide stemmen klonken in de hemel, zeggende: Het koningschap over de wereld is gekomen aan onze Here en aan zijn Gezalfde, en Hij zal als koning heersen tot in alle eeuwigheden. (NBG)

Daniël sprak over Christus in de volgende verzen:

Daniël 7:13-14 13 Ik bleef toekijken in de nachtgezichten en zie, met de wolken des hemels kwam iemand gelijk een mensenzoon; hij begaf zich tot de Oude van dagen, en men leidde hem voor deze; en 14 hem werd heerschappij gegeven en eer en koninklijke macht, en alle volken, natiën en talen dienden hem. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die niet zal vergaan, en zijn koningschap is een, dat onverderfelijk is. (NBG)

Deze is de Broer, die wij verlangen - Jezus Christus.

Hij is de Rechtvaardige.

Hij Offerde zijn leven en wij horen hem en volgen deze herder. Hij verraadt ons niet.

Hij is Eeuwig.

Hij zal altijd Regeren als de Koning.

Wij hebben een plaats bij hem. Hij is de eerstgeborene van vele broers, onze liefhebbende broer en wij kunnen met hem medeerfgenamen zijn in het erfdeel, dat ons door ONZE VADER gegeven wordt.

Romeinen 8:17 17 Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God, en mede-erfgenamen van Christus; immers, indien wij delen in zijn lijden, is dat om ook te delen in zijn verheerlijking. NBG)

Door hem worden wij broers van heel de hemelse Heerscharen.

Openbaring 12:10 10 En ik hoorde een luide stem in de hemel zeggen: Nu is verschenen het heil en de kracht en het koningschap van onze God en de macht van Zijn Gezalfde; want de aanklager van onze broeders, die hen dag en nacht aanklaagde voor onze God, is neergeworpen. (NBG)

Zal hij ons erkennen als broers en zusters? Hoe zullen wij kinderen van God worden? Onze broer heeft ons reeds verteld, wie wij zijn.

Mattheüs 12:47-50 47 [En iemand zeide tot hem: Zie, uw moeder en uw broeders staan buiten en trachten u te spreken te krijgen.] 48 Maar hij antwoordde de boodschapper en zeide: Wie is mijn moeder en wie zijn mijn broeders? 49 En hij strekte zijn hand uit over zijn discipelen en zeide: Ziedaar mijn moeder en mijn broeders. 50 Want al wie doet de wil mijns Vaders, die in de hemelen is, die is mijn broeder en zuster en moeder. (NBG)

Hij zal de schepping herstellen onder de ene ware God onze Vader die de God is van ons allemaal.

Johannes 20:17 17 Jezus zeide tot haar: Houd mij niet vast, want ik ben nog niet opgevaren naar de Vader; maar ga naar mijn broeders en zeg hun: Ik vaar op naar mijn Vader en uw Vader, naar mijn God en uw God. (NBG)

Deze is de broer om trots op te zijn.

 

 

q